- De Europese Centrale Bank hanteert niet één, maar drie verschillende beleidsrentes. Die worden vaak gelijktijdig aangepast, maar niet altijd.
- Het gaat om de basisherfinancieringsrente, de depositorente en de marginale beleningsrente.
- Dit zijn de verschillen tussen de rentes waar de ECB mee werkt.
- Lees ook: ECB verhoogt rente voor het eerst sinds 2011: belangrijkste rentetarieven gaan met 0,5 procentpunt omhoog
De Europese Centrale Bank kondigde donderdag aan ‘de rente’ met een half procentpunt te verhogen. Als er wordt gesproken over ‘de rente van de ECB’ dan lijkt het vaak alsof er één rente is, maar dat is niet zo. De ECB hanteert drie beleidsrentes die doorgaans gelijktijdig worden aangepast. Soms wordt de ene rente echter sterker verhoogd of verlaagd dan de andere.
De drie rentes waarmee de ECB het reguliere monetaire beleid mee bepaalt, zijn respectievelijk de basisherfinancieringsrente (in het kort de ‘refirente’), de depositorente en de marginale beleningsrente.
De onderstaande grafiek toont de historie van rentverhogingen- en verlagingen van deze drie rentes:
1. Basisherfinancieringsrente
De basisherfinancieringsrente is de rente waartegen banken - voor de duur van één week - geld kunnen lenen van de centrale bank. Deze rente wordt ook wel de MRO-rente genoemd, waarbij MRO staat voor Main Refinancing Operation, oftewel basisherfinanciering. Vanaf 27 juli komt de basisherfinancieringsrente op 0,5 procent te staan.
2. Depositorente
De depositorente is de rente waartegen banken kortlopend geld in bewaring kunnen geven bij de centrale bank. Dit is dus de rente die banken krijgen als ze geld stallen bij de ECB. Deze rente ligt altijd lager onder de basisherfinancieringsrente.
De depositorente is sinds juni 2014 negatief geweest en daardoor moesten banken betalen om geld te mogen stallen bij de ECB. Donderdag 21 juli kondigde de ECB aan dat de depositierente per 27 juli wordt verhoogd van minus 0,5 procent tot 0 procent.
3. Marginale beleningsrente
De marginale beleningsrente is de rente waartegen banken voor de duur van één dag geld kunnen lenen van de centrale bank tegen onderpand. De marginale beleningsrente ligt altijd boven de basisherfinancieringsrente en stelt daarmee een bovengrens aan de geldmarktrente. Vanaf 27 juli bedraagt de marginale beleningsrente 0,75 procent.